Dankjewel Renske

Gepubliceerd op 5 juli 2023 om 16:29

Er zijn politici die een onuitwisbare indruk maken. Niet doordat ze tot vervelends toe zichzelf op de voorgrond plaatsen, maar omdat ze vechten waarvoor zij gekozen zijn, namelijk voor het belang van de burger.

 

Zo iemand is Renske Leijten. Gisteren nam ze, na 17 jaar, afscheid van de Tweede Kamer. Een toppolitica met een hart van goud, die onder andere keihard vocht voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire.

 

Dat deed ze door, samen met Pieter Omtzigt, met geweld te beuken op de betonnen muur, met daarachter het op macht beluste en van eigenliefde vervulde kabinet, dat graag de vuiligheid onder de pet wilde houden.

 

Na lang beuken lukte het om het meest verschrikkelijke dossier, waaruit bleek dat honderden ouders buiten hun schuld als fraudeur werden aangemerkt en 2000 kinderen uit huis werden geplaatst, bloot te leggen. Een schande voor Nederland.

 

Het kabinet dreigde te vallen, maar werd door de coalitiepartijen in het zadel gehouden. Deze partijen gaven daarmee aan alleen uit te zijn op het behoud van de coalitie en toonden daarmee hun minderwaardige gehalte.

 

Lilian Marijnissen: “Renske is precies dat waar het in politiek Den Haag veelal aan ontbreekt. Een echte stem van de mensen, altijd betrokken en bevlogen en voor iedereen benaderbaar.” Beter had ze het niet kunnen verwoorden.

 

Renske zette zich tevens in voor een goede zorg. Ze keerde zich tegen de marktwerking en decentralisatie van de zorg. Tevens zette ze zich in voor een bindend correctief referendum.

 

Ze kreeg geen lintje. Ik kan me voorstellen dat ze dat wellicht niet wilde. Want als er iets is waar je helemaal niets aan hebt, is het wel een lintje.

 

Op de tribune kreeg ze een staande ovatie van een groot aantal ouders van het toeslagenschandaal, die zonder haar nog steeds in de ellende hadden gezeten. Dat applaus was meer waard dan honderd lintjes.

 

Dankjewel Renske voor alles. Het ga je goed.

 

 

 

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.